JORDANIË

Het land van de inmiddels overleden koning Hussein is bezocht van 18 oktober tot en met 25 oktober 1998. Op 18 oktober werd opnieuw het vliegtuig aan de grond gezet in de wereldstad Amman. Dit maal niet naar Syrië dus maar bleef ik lekker binnen de landsgrenzen van Jordanië.
Vanuit Amman opweg naar onze eerste bestemming, Jerash. Kon mijn lol op. Meteen weer die bekende Arabische folklore, kostuums en archeologie. Ook even naar de Koning Husseinmoskee geweest. Zouden ze inmiddels die naam veranderd hebben?

Een dag later heb ik veel woestijnkamelen, ik bedoel woestijnkastelen gezien. Allemaal speeltjes van de voormalige kalief van Damascus. Voor als ze op jacht gingen. Lijkt mij een wapen toch veel gemakkelijker dan een kasteel op je rug. En bij de Kwantum gewoon even een rugzakje op de kop tikken. Maar een kasteel? Sommige moeten gewoon overdrijven. Daarna maar even opschieten want we gingen naar het laatste punt op aarde, 400 meter onder de zeespiegel. Naar de Dode Zee.

Een schoonmaakbeurt was overigens hard nodig. De bus stopte dan ook wel even bij een plaatselijk meertje. Lijken lagen er in ieder geval niet op het strand, hoewel de naam van dat meertje anders doet vermoeden; De Dode Zee. Maar tijdens het wassen bleek echter dan iemand zijn frietje in het water had laten vallen. En op die friet zat waarschijnlijk wel een enorme hoeveelheid zout want als je ook maar een klein likje van het water in je kwęk kreeg, trokken de spieren van onder tot boven samen.Maar goed. Aangezien het zoutgehalte zo hoog was, zijn we maar massaal als eendjes gaan dobberen in het meertje. Toch vreemd dat er dan nog steeds mensen zijn die denken dat ze meer zijn. Die zullen dan ook met alle geweld beweren dat ze zwanen zijn. nou, van mij mogen ze zoveel zout binnen krijgen dat ze de stervende zwaan kunnen spelen.

Ook Petra werd aangedaan maar de rode stad viel tegen. Je verwacht namelijk een hele berg Russen maar die waren er niet. Waarschijnlijk omdat er ook al geen wodka te krijgen was. Kamelen waren er genoeg, die beesten zijn ook zo arrogant. Gelukkig waren er ook paarden maar als een echte woestijnrat is onze hoogheid gewoon met de benenwagen gehobbeld. Tja, wat moet je ook als je liever loopt dan een kameel bestijgt. Wat een schitterende stad, ik kan me best voorstellen dat Indiana Jones zijn films in de hoofdstad van het Nabateese Rijk op wilde nemen.

Later op de reis waren we iemand kwijt. De reisleider praatte de hele tijd over een Lawrence. Schijnbaar een arabier want hij heette ook nog zo met zijn achternaam. En wij maar zoeken en zoeken maar tussen al dat woestijnzand gewoon nooit wat gevonden hoor. Wel zagen we wat bergen, een stuk of zeven, die heel wat wijsheden blijken te bevatten. Niet vreemd, met een plaat in je kop kom je nergens, het blijkt steen te moeten zijn.

In Aqaba hebben we genoten van wat leuke winkeltjes en ben ik gaan varen op een boot. Hoewel dat niet de Titanic was, zat er wel een gat in de bodem. Maar die Jordanezen waren wel zo slim om er een glazen plaat in te zetten. Ze denken echt overal aan, je mocht maar eens een ijsberg tegenkomen onder water! Zij konden die tenminste zien, ze zijn dus echt overal op voorbereid. Maar alles leuk en aardig, de temperatuur was wel behoorlijk, ruim boven de 40 graden.

's Avonds was een biertje dan ook een aangename verwelkoming terwijl je in de verte Eilat ziet liggen. Gelukkig dat het wel het einde van de trip was want de beurs raakte wel in een sneltreinvaart op met een pilsje voor een tientje.